Schiemannen is een onderdeel van het praktijkexamen. Dit hoofdstuk moet je dus niet kennen voor je theorie.

Tijdens de praktijk moet je de verschillende knopen kunnen leggen die hieronder opgesomd worden en moet je steeds kunnen uitleggen waarom/wanneer je ze gebruikt. Schiemannen zijn vaak net een tikkeltje anders dan gewone knopen. Ze hebben meestal en extra lusje ofzo. Hierdoor kan je de knopen hard op spanning trekken en ze daarna nog steeds makkelijk los krijgen.

Achtknoop
Wordt gebruikt als eindknoop/stopknoop, vooral op schoten (lopend wand)

Platte knoop
Hiermee kan je 2 touwen van gelijke dikte verbinden. De knoop houdt onder spanning, maar komt vanzelf los als de spanning wegvalt. Hij is ideaal voor een snelle herstelling van een gebroken touw. Je kan de knoop maken door twee enkele steken te leggen, maar door steeds hetzelfde touw boven het andere te kruisen.

Schootsteek
Deze knoop dient dan weer om 2 touwen van ongelijke dikte te verbinden. Wanneer je hiervoor een platte knoop zou gebruiken, zou het dunne touw door het dikke slippen. Deze knoop kan bijvoorbeeld gebruikt worden om je landvast aan een dik ankerlijn vast te maken.

Dubbele schootsteek
Wanneer de dikte van de touwen erg verschilt, gebruik je een dubbele schootsteek om ze te verbinden. Hierdoor slibt het kleine touw niet door.

Paalsteek
Met een paalsteek kan je een lus maken die op spanning kan komen zonder kleiner te worden, maar die toch steeds makkelijk los krijgt. Deze gebruik je bijvoorbeeld om een touw aan een oog te verbinden. Hij is ook perfect voor een levenslijn, dus het is belangrijk dat je deze met je ogen dicht of achter je rug kan leggen. 

Mastworp
Met deze knoop kan je een touw rond een bolder of rondhout vastmaken. Je kan de knoop op 2 manieren maken. Je herkent hem misschien als knoop om the sjorren.

Klampsteek
Met een klampsteek maak je een touw vast rond een klamp/kikker. Bijvoorbeeld om je val omhoog te houden of je boot aan te leggen.

Eindsplits
Hiermee kan je een 3-strengig touw afwerken zodat het niet kan uitrafelen.

Oogsplits
Hiermee kan je een 3-strengig touw afwerken met een lus op het einde.
                

Eindtakeling
Met een eindtakeling kan je zorgen dat een touw niet uitrafelt.

Kruistakeling
Ook met deze takeling kan je zorgen dat een touw niet uitrafelt. De kruistakeling zit nog iets steviger op zijn plaats als een eindtakeling, maar kan enkel als je touw strengen heeft.

Vorige hoofdstuk - Terug naar overzicht - Volgende hoofdstuk