Hoe geraak je naar een punt dat in de wind ligt? Want je kan toch niet recht tegen de wind inzeilen?


Eerder bij de briefing van de windroos hebben we al gezien dat het niet mogelijk is om tegen de wind in te varen. Soms kan het echter zijn dat je toch tot aan een punt wil geraken dat in de wind ligt. Om dit punt te kunnen bereiken zal je moeten opkruisen.

Het lijkt een beetje op een steile berg naar boven rijden. Dat gaat ook niet zomaar recht naar boven, dus ga je al zigzaggend.

Image result for zig zag on a mountain

Opkruisen betekent dat je in een grote zigzag beweging naar het gewenste punt toevaart. Je probeert zo hoog mogelijk te varen, dus zo scherp mogelijk aan de wind. Zo geraak je in een paar rechte rakken (rechte lijnen) aan je doel. Kijk naar de briefing over de kilgrens om te zien hoe je de kilgrens zoekt op een aan de windse koers.

Tussen twee rakken ga je telkens overstag. Probeer hierbij in te schatten dat je niet te ver doordraait bij het overstag gaan, want zo zal je meer afstand moeten doen en ben je langer onderweg. Dit is vooral een kwestie van oefenen.

Je mag ook niet te snel stoppen met het overstag manoeuvre, want dan blijf je in de wind liggen.

  • Als je boot in de wind ligt, maar nog wel wat vooruit dobbert, kan je wat trekken aan je roer. Je boot valt af naar een iets ruimere koers waardoor je terug wind kan vangen.
  • Als je boot in de wind ligt en zelfs al achteruit begint te dobberen, moet je duwen op je roer. Je boot draait dan uit de wind en het zeil komt aan de andere kant van waar je zit te hangen. Als het zeil een duidelijke kant gekozen heeft, betekent dat dat je uit de wind bent. Je zet dan je roer in het midden, haalt je zeil aan en vertrekt terug.